Biologische gewasbescherming
Het gebruik van biologische gewasbescherming speelt een steeds grotere rol in het duurzaam beheersen van plagen en ziekten in de landbouw.
Planten hebben voortdurend te maken met allerlei bacteriën, plaagziekten en schimmels waardoor er schade aan de gewassen ontstaat. De vooroorzakers van deze ziekten en plagen hebben echter natuurlijke vijanden, die in elk landbouwsysteem van nature voorkomen. Helaas zijn deze populaties van natuurlijke vijanden te klein of ze ontwikkelen zich te laat.
Natuurlijke vijanden
De natuurlijke vijanden bestaan uit;
- Insecten,
- Aaltjes,
- Bacteriën,
- Schimmels,
- Virussen.
Deze natuurlijke vijanden vormen de basis van biologische gewasbescherming voor gewasbescherming door levende organismen.
Biologische middelen lelieteelt sterk gestegen
Op dit moment gebruikt de lelieteelt 75 procent biologische middelen. In 2016 bestond de gewasbescherming in de lelieteelt voor meer dan 75 procent uit biologische middelen. In 2012 was dit nog 63 procent. Dit blijkt uit de nieuwe cijfers van het CBS over het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen in de landbouw. Deze laten zien dat het gebruik van biologische middelen in de lelieteelt sterk is gestegen.
Het meest gebruikte middel is minerale olie, dat door Skal is geplaatst op de inputlijst voor de biologische landbouw. Daarnaast maakt de lelieteelt ook gebruik van knoflook- en zeewierextracten. De cijfers van het CBS laten ook zien dat het totaal gebruik van gewasbeschermingsmiddelen door de lelieteelt is afgenomen.
Toekomst
Biologische gewasbeschermingsmiddelen moeten aan een groot aantal criteria voldoen voordat ze als geregistreerd gewasbeschermingsmiddel op de markt kunnen worden gebracht. De Universiteit van Wageningen is samen met het bedrijfsleven bezig met het succesvol ontwikkelen van nieuwe biologische bestrijders.